|
Toespraak van de
heer Pascal Limpens, voorzitter van
de stichting Nationaal Indië-monument 1945-1962, ter gelegenheid van
de 25e herdenking op 1 september 2012
Ik heet u allen van harte welkom op deze herdenking hier
in Roermond. Vandaag herdenken wij voor de 25e maal, de gevallenen
in het voormalig Nederlands Indië en Nederlands Nieuw-Guinea in de
periode 1945-1962. Dit jaar is het tevens 50 jaar geleden dat het
Koninkrijk der Nederlanden de soevereiniteit over Nederlands Nieuw-Guinea
overdroeg aan Indonesië.
Met gepaste trots heet ik in het bijzonder welkom Zijne Koninklijke
Hoogheid de Prins van Oranje. Koninklijke Hoogheid het is ook 66
jaar geleden dat Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins der Nederlanden,
uw grootvader de Nederlandse troepen uitzwaaide uit het KL verzamel-
en trainingscentrum Wolverhampton in Engeland, tevens was het uw
grootvader die in 1988 het Nationaal Indië-monument 1945-1962
onthulde. Uw aanwezigheid hier vandaag vervult de innige wens van de
hier aanwezige veteranen. Hiermee onderstreept het Koninklijk Huis
wederom zijn betrokkenheid en band met de Nederlandse veteranen in
het algemeen en de Indië en Nieuw-Guinea veteranen in het bijzonder.
Koninklijke Hoogheid ik wil u hartelijk danken voor uw aanwezigheid
tijdens deze bijzondere herdenking.
Daarnaast heet ik welkom, de Ridders Militaire Willemsorde, de heer
van den Hoek en de heer Houben. Een aantal weken geleden bereikte
ons het treurige bericht dat de Ridder Militaire Willemsorde,
Kapitein-vlieger b.d. Den Ouden ons is ontvallen, zijn afwezigheid
bij onze jaarlijkse herdenking doet ons beseffen hoe intens dierbaar
zijn aanwezigheid voor ons allen is geweest. De heer Hakkenberg is
helaas vanwege ziekte verhinderd wij wensen hem beterschap.
Daarnaast heet ik welkom namens de Staten Generaal, de Voorzitter
van de Eerste Kamer de heer De Graaf en de Eerste Ondervoorzitter
van de Tweede Kamer de heer Van Beek, de Demissionair Minister van
Defensie, Zijne excellentie Hillen, de gevolmachtigde Minister van
Aruba, Zijne Excellentie Abath, de gevolmachtigde Minister van Sint
Maarten Zijne Excellentie Voges, namens de Strijdkrachten de
Commandant der Strijdkrachten Zijne Excellentie Generaal Middendorp,
de Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht en tevens Inspecteur der
Veteranen, Zijne Excellentie Luitenant-Generaal Oostendorp, de
Gouverneur van de provincie Limburg, de heer Bovens, de Burgemeester
van Roermond de heer Van Beers en namens de vereniging Nederlandse
Gemeenten welke veteranen een bijzonder warm hart toedragen, de
Burgemeester van Echt-Susteren de heer Hessels.
Daarnaast heet ik welkom de dragers militaire
dapperheidsonderscheidingen, de vertegenwoordigers van de kerkelijke
autoriteiten, de diverse krijgsmachtdelen, de vertegenwoordigers van
nationale, provinciale, en gemeentelijke overheden en de vele
vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties.
Ik ben mijn welkomstwoord begonnen met de woorden gepaste trots
omdat de jaarlijks terugkerende aanwezigheid van onze zeer geëerde
gasten aantoont hoeveel waardering er bestaat voor de offers die
zijn gebracht in de voormalige overzeese rijksdelen.
Tijdens mijn bezoek aan Normandië, een aantal jaren geleden las ik
de volgende woorden op een gedenksteen. Het is een deel van een
gedicht van Robert Laurence Binyon, naar mijn eigen vrije vertaling:
Voor de gevallenen
Vol trots zegt een moeder dank voor haar kinderen,
Een land treurt om haar doden over zee.
Om hen die vlees van haar vlees waren, en geest van haar geest waren,
Gevallen opdat anderen vrij kunnen zijn.
Zij zullen niet ouder worden, zoals wij die nog over zijn ouder zijn
geworden,
De tijd zal hen niet tekenen, noch zullen de jaren hen veroordelen.
Maar bij het ondergaan van de zon, en in de ochtend,
Zullen wij hen gedenken.
Ik wens u allen een waardige herdenking.
Dank u wel.
|
|