|
Toespraak van de heer Pascal Limpens, voorzitter van
de stichting Nationaal Indië-monument 1945-1962, ter gelegenheid van de
26e
Dodenherdenking op 7 september 2013
Veteranen, nabestaanden, dames en heren het is mij een
voorrecht u allen vandaag welkom te mogen heten bij de 26e
herdenking bij het Nationaal Indië Monument hier in Roermond.
Vandaag herdenken wij de gevallenen in het voormalig Nederlands
Indië en Nederlands Nieuw-Guinea in de periode 1945 – 1962.
Met gepaste trots heet ik welkom de vertegenwoordiging van Zijne
Majesteit de Koning, Generaal- majoor Morsink, de Ridders Militaire
Willemsorde, de heer van den Hoek, de heer Houben en de Kapitein
Kroon.
Een aantal maanden geleden bereikte ons het treurige bericht dat de
Ridder Militaire Willemsorde, Kapitein der Mariniers Hakkenberg ons
is ontvallen, zijn afwezigheid bij onze jaarlijkse herdenking doet
ons beseffen hoe intens dierbaar zijn aanwezigheid voor ons allen is
geweest. Wij wensen zijn nabestaanden veel sterkte met het verwerken
van dit verlies.
Namens de Staten Generaal, de Voorzitter van de Tweede Kamer Mevrouw
Van Miltenburg, de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
Zijne excellentie Teeven, de gevolmachtigde Minister van Aruba Zijne
Excellentie Abath, de gevolmachtigde Minister van Curaçao Hare
Excellentie Wiels, de gevolmachtigde Minister van Sint Maarten Zijne
Excellentie Voges, namens de Strijdkrachten de Commandant der
Strijdkrachten Zijne Excellentie Generaal Middendorp, de
Inspecteur-Generaal der Krijgsmacht en tevens Inspecteur der
Veteranen, Zijne Excellentie Luitenant- Generaal der Mariniers van
Ede, de Gouverneur van de provincie Limburg, de heer Bovens en de
Burgemeester van Roermond de heer Cammaert.
Daarnaast heet ik welkom de dragers militaire
dapperheidsonderscheidingen, de vertegenwoordigers van de kerkelijke
autoriteiten, de diverse Krijgsmachtonderdelen, de
vertegenwoordigers van Nationale, Provinciale, en Gemeentelijke
Overheden en de vele vertegenwoordigers van maatschappelijke
organisaties.
Ik ben mijn welkomstwoord begonnen met de woorden gepaste trots,
omdat onze geëerde gasten aantonen hoeveel waardering er bestaat
voor de offers die zijn gebracht in de voormalige overzeese
rijksdelen.
In de Defensiekrant van 08 augustus jongsleden las ik de woorden 'ik
voel mij erkend', hoewel ik de woorden reeds vaak van onze Indië en
Nieuw Guinea Veteranen heb gehoord, werden deze woorden uitgesproken
door de Korea- veteraan Hans Visser, ter gelegenheid van de 60
jarige wapenstilstand.
Ik haal deze uitspraak aan omdat juist het afgelopen jaar, met de
aanwezigheid van Zijne Majesteit de Koning, het belang van erkenning
veelvuldig is uitgesproken. Deze erkenning van de gebrachte offers
voorziet in een universele behoefte van nabestaanden en veteranen.
Het was ook de Commandant der Strijdkrachten, Generaal Middendorp,
hier in ons midden, die in zijn toespraak ter ere van de 25e
herdenking aangaf, dat mede dankzij de veteranen uit
Nederlands-Indië en Nieuw-Guinea, Defensie nu een volwaardig
veteranenbeleid, goede nazorg, een draaginsigne gewonden, een
inspecteur der veteranen en vanaf dit jaar zelfs een veteranenwet
heeft. Woorden van erkenning omgezet in daden. ?
Met deze strijd voor erkenning, waardering en respect voor
militairen die onder moeilijke omstandigheden hun taken hebben
vervuld en offers hebben gebracht,?is de publieke erkenning enorm
toegenomen.
Hiermee hebben de veteranen uit Nederlands-Indië en Nieuw-Guinea een
brug geslagen tussen alle veteranen, ook de actief dienende,
krijgsmacht breed.
Hiermee spreek ik, als veteraan van een jongere generatie, de
verbondenheid en saamhorigheid uit die ik ervaar tussen veteranen
van alle generaties.
Vandaag herdenken wij de meer dan 6200 militaire gevallenen, tijdens
de operaties in het voormalig Nederlands Indië en Nederlands Nieuw-Guinea.
Hun namen vindt u hier ingekerfd in de zuilen van het Nationaal
Indië Monument.
Dit bijzondere monument en het monument voor vredesoperaties dient
bovenal de nagedachtenis in ere te houden van hen die niet zijn
teruggekeerd, en als teken van erkenning voor de offers die door hen
zijn gebracht.
Laten wij vandaag hun verhalen vertellen en hun namen noemen.
Ik wens u allen een waardige herdenking.
Dank u wel.
|
|