![]() |
||
![]() |
||
Poëtisch-proza geschreven en voorgedragen door de
heer Pierre Huyskens ter gelegenheid van de 9e Dodenherdenking op zaterdag 7 september 1996
OPGEDRAGEN
AAN WIJLEN DE TROMPETTISTE MONIQUE
GARRETSEN
Het staat op uw invitatie voor deze dodenherdenking verkeerd: dat hier vandaag zou musiceren met de bekende protocol-signalen met het Wilhelmus, The Last Post en de ons zo bekende koralen de Koninklijke Landmacht-fanfare. Maar uw kaarten werden al gedrukt toen de musici nog in leven waren en verstuurd op die Kwade Dag dat ze uit het leven werden weggerukt.
Wat kan 't zijn geweest Monique, dat jou bezielde, toen jij vorig jaar met jouw trompet gevoelig aan jouw mond stond opgesteld bij dit monument dat met zijn zuilen en zijn stenen tafels het beeld wil zijn van wat gebeurde, lang vóórdat jij bestond. Ik zag je kijken naar de lange naald waarin de tropenzon is verbeeld die met haar warmte Insulinde zo rijkelijk bedeelt. Jij zag de koppen der karbouwen die met hun primitieve kracht daarginder 't land helpen verbouwen; de sawah's zag je, hier in steen geïmiteerd. En kijkend naar de kroonduif wist je wat je was geleerd symbool destijds van Neerlands Nieuw Guinea, het mooie sluitstuk van die Gordel van Smaragd dat 't koninkrijk zich, hoe dan ook, nog in de lengte van jaren had toebedacht.
Ik zie je hier nog staan, de frêle trompettiste van dat nog jonge trotse korps, gecomponeerd uit Limburgse Jagers en Brabantse Genie tesamen jonge musici, die hun vak zo uitstekend hadden geleerd en waarin een rijkdom aan zuidelijk talent met zorg was geïnvesteerd. En toen blies de Dies illa, Dies Irae, die Kwade Dag waarop je door een hel van vuur moest gaan eer je God zag.
En hoe was daar Monique, bij de Almachtige, toen jullie daar arriveerden de toon, het timbre en de sterkte van de welkomstmuziek? En toen jullie daar de eeuwigheid betraden, klonk toen niet, fortissimo, een jubelende Entrade van het koor der gesneuvelde veteranen wier namen hier vereeuwigd zijn en die jullie met een hartelijke accolade spontaan in hun midden opnamen? Moge het zo zijn dat jullie van de fanfare der Koninklijke Landmacht door die brandende hercules toch naar de heerscharen der cherubijnen en serafijnen zijn gebracht. En dat jullie ver voorbij de wolken veilig in Gods hand met jullie instrumenten blijvend vertolken het respect voor die vielen omwille van Koninkrijk en Vaderland.
Het is, Monique, nog maar een jaar geleden dat wij hier, duizenden aangetreden, jou zagen staan met je instrument: Een vrouw die de Reveille deed, de Taptoe de Last Post en zonder hapering, zelfs virtuoos al de signalen blies, die ons in stil herdenken, sprakeloos, deed luisteren naar jouw trompet waarmee jij ons voor de gesneuvelde kameraden zo ontroerd in de houding hebt gezet.
En weer staan we hier, to remember, voor het achtste jaar de Divisie van de Zevende September in gesloten gelederen bij elkaar. Jij zou opnieuw Reveille en Last Post en het signaal van het Wilhelmus hebben geblazen, het gave geluid dat vorig jaar in de ruisende regen boven de bomen uit naar de hemel steeg.
En zie nu op ons neer Monique, in dit merkwaardige jaar nu de dienstplicht is opgeschort en de krijgsmacht exclusief een beroepsleger wordt. Maar wat heeft die dienstplicht niet aan gesneuvelden, gewonden en vermisten gekost: als een eeuwig drukkende niet meer te vergoeden verliespost? Het was ver voor jouw tijd Monique, dat de dienstplicht ook voor Indlë telde en dat een kabinetsbesluit voor meer dan honderdduizend jongens meldde: dat zij zonder morren hadden te gaan om ginder, voor Koningin en Koninkrijk, een felle Bersiap, de moordende pemoeda's en een uit de hand gelopen revolte met man en macht en moed te weerstaan. Ze hebben, vaak met 't ergste verdriet, hun dure plicht gedaan, want zij kenden van de schoolbanken af dat nu zo onnozel klinkend lied: “ ‘t is plicht dat iedere jongen aan d'onafhankelijkheid van zijn geliefde vaderland zijn beste krachten wijdt. Hoezee, hoezee voor Nederland hoezee, voor Koningin en vaderland vecht iedere jongen mee".
Maar weetje, Monique, waarom er ook velen zonder morren zijn gegaan? Omdat zij begrepen wat zoveel andere dienstplichtigen, Amerikanen, Britten, Canadezen voor de bevrijding van Nederland hadden gedaan. Voor jou Monique en voor jouw collega's voor allen hier verenigd, hopen wij nu troost te vinden in 't Otsie Nash. Het brengt ons nader tot waar jij onverwacht gekomen bent: bij de Almachtige, Ons aller Vader.
|
||
![]() |