|
Openingsgebed door Liduina van den Broek, aalmoezenier veteranen regio
Zuid-Nederland, ter gelegenheid van de 31e Dodenherdenking op 1 september 2018
Vandaag
zijn we een nieuwe weg ingeslagen. Meer dan ooit heeft deze Nationale
Indiëherdenking tot taak om harten te verbinden en geesten te verbreden
en versterken. Het is hierom dat zojuist dit ‘verbindend monument’ is
onthuld en wij allen onze nieuwe plaatsen hebben ingenomen, tussen de
beide ‘oude’ monumenten in.
Herdenken heeft altijd de functie van verbinden en versterken, dat is
eigenlijk niet nieuw. Terwijl we in gedachten verwijlen bij onze
gesneuvelde kameraden en dierbaren, worden we onvermijdelijk
teruggeworpen op ons eigen bestaan, hier en nu. We voelen ons daarbij
gesteund door al die andere veteranen, naastbetrokkenen en
belangstellenden.
Het is hierom dat we ons elk jaar opnieuw ‘rond de kuil durven scharen’.
Zo verbeeldde wachtmeester Kortekaas dit toch in 1949, terwijl hij
treurde om een gestorven kameraad. Zijn gedicht vormt de inspiratie voor
dit verbindend monument. Ja, laten we ons scharen rond de kuil, rond de
leegte die geweld, dood en verlies onvermijdelijk nalaten.
Dit kan op veel manieren. Naast verbinden en versterken, heeft dit
monument ook de taak te verbreden. Uitdrukkelijk zijn nu ook alle
teruggekeerde veteranen en hun thuisfront in ons herdenken opgenomen.
Maar verbreden is een taak voor ons allemaal, we worden hier persoonlijk
aangesproken. Bewust terugkijken naar ons oorlogsverleden vergt inzet en
moed. Enerzijds is daar de taak om tot een zorgvuldige waarheidsvinding
te komen. Sinds de “Commissie voor Waarheid en Verzoening” in
Zuid-Afrika, weten we van de nauwe band tussen het erkennen van de
waarheid en het totstandkomen van verzoening . Zonder waarheid is er
geen ware verzoening, laat staan vergeving, mogelijk. Maar wanneer we
ons beperken tot het zoeken naar een zo objectief mogelijke waarheid uit
ons verleden, zoals ondermeer het Indiëverleden, doen we niet genoeg. Om
recht te doen aan alle betrokkenen, moeten we ons oprecht trachten te
verplaatsen in hun situatie. Uitgestuurd om ‘orde en recht’ te
herstellen, troffen onze Indiëgangers zich weldra aan in een wereld
waarin hun pakket van waarden en normen ‘van huis uit’ zijn
houdbaarheidswaarde dreigde te verliezen. Drie jaar lang werden zij als
in vuur gesmeed, werden hun moed en uithoudingsvermogen getest, werd hun
integriteit op de proef gesteld. Wat overeind bleef, was hun loyaliteit,
hun kameraadschap. En wanneer zij toch braken, opgaven, sneuvelden, was
dit omdat de taak voor hen te zwaar was, de situatie te
onoverzichtelijk, het geweld te uitzichtloos.
Want geweld zit in ieder van ons en de strijd tegen geweld betekent
steeds een innerlijke strijd. Voor ons allen geldt, dat ons
zelfvertrouwen niet zo groot is, als het gaat om onze bijdrage aan
gerechtigheid, veiligheid en vrede in de wereld. We hebben momenteel
meer last van onmacht, dan van zelfoverschatting. Waar halen wij ‘in
vredesnaam’ de moed en de energie vandaan?
Laten wij al onze veteranen, al onze militairen, danken dat zij dit
toch, steeds opnieuw, namens ons proberen. Vaak gaan zij langs
ongebaande paden, in vreemde verten.
Hulde aan wie sneuvelden, respect aan wie terugkeerden, tederheid voor
wie hierbij gewond raakten, fysiek of moreel. En daar zijn wij vandaag,
opnieuw, mee begonnen.
En omdat wij dit niet alleen kunnen, wil ik ook graag bidden:
Heer Jezus, onze broeder,
Als geen ander heb jij ervaren hoe moeilijk het is
om op aarde vrede te brengen.
Gezonden om mensen op te beuren,
bruggen te slaan tusssen groeperingen,
zieken te genezen
en het op te nemen voor de marginalen, de gekwetsten,
ben je op enorm veel weerstand gestoten.
Het heeft je zelfs je leven gekost,
want je hebt nooit opgegeven.
Heer Jezus,
Zend ons uw Geest,
Uw Geest van raad en sterkte,
die bijstaat wie dreigt de moed te verliezen,
die buigt wie verhard is
en die opbeurt wie gevallen is.
Maar bovenal is Hij uw Geest van vrede
Kom in ons hart, o heilige Geest
en ontsteek in ons het vuur
van de vrede en de vreugde,
van de tederheid en de barmhartigheid.
Dan kunnen wij opnieuw gesterkt,
verbonden met elkaar,
onze taak in het leven aan.
Amen.
|
|