Pierre Huyskens 1990

Journalist en schrijver
Pierre Huyskens 1990

Poëtisch-proza geschreven en voorgedragen door Pierre Huyskens ter gelegenheid van de 3e Herdenking op vrijdag 7 september 1990

 

DE WACHTERS BIJ HUN NAAM

 

Nog even -

en u zult oog in oog staan

met zijn naam,

zoals die ook gegrift is

in Gods hand

en zoals zijn vader, heel behoedzaam,

die gespeld heeft

voor de Burgerlijke Stand,

nog niet bevroedend dat die naam

als legernummer op zou gaan

in dienst van het vaderland.

 

Dat nummer werd weer naam

 en duidelijk, cursief,

om misverstanden uit te sluiten,

pas ingevuld

in die korte, voorgedrukte brief

die de minister van de krijgsmacht

tot zijn leedwezen verzenden moest

toen dat weer naam geworden legernummer

het hoogste offer had gebracht.

 

Vanaf vandaag

is hij geen nummer meer

of optelcijfer in 't getal;

van al

dat sneuvelen moest in een vergeefse strijd,

die men het liefst verbant naar de vergetelheid.

 

Vanaf vandaag

staan wachters bij zijn naam:

de zuilen in dit park,

die duizenden van namen dragen,

zoals die mogelijk zijn van A tot Z,

tussen van Aalderen en van Zwieten

en tussen Cohen, Janssen en Mohammed.

 

En door heel die gigantische guirlande

van namen in oer-Nederlands

slingeren zich de Indische namen

als een exotische bloemenkrans.

Zo zijn krijgsmacht en KNIL

in elkaar verweven,

zo is Aan hun moed en hun dappere dood

de juiste naam gegeven.

 

Nog even -

en u zult oog in oog staan

ook met uw eigen naam

die u hem destijds hebt gegeven

voor een veel langer leven

dan hèm beschoren was.

 

Leg gerust uw hand

op al de letters,

die hij in zijn onverwachte lot

heeft meegenomen naar Jahweh,

naar Allah of naar God.

En u zult voelen, met uw ogen dicht,

hoe diep die naam is gegraveerd

zodat de tand des tijds

hem in der eeuwigheid niet deert.

 

De tijd zal zelfs het staal

der wachters patineren

en zo hun namen diepgaand eren

met nog meer reliëf.

De zon zal héél die litanie

van namen aanlichten

en met hun eigen schaduwen her-etsen.

En de regen zal die

duizendvoudige gravure

niet kwetsen,

maar zijn druppels als glazuren

tranen hechten

Aan elke letter van hun naam.

 

Eén zuil is blank:

hij wacht nog op degenen

die slechts bekend bij God

naamloos zijn verdwenen

of vermist

en naar wier graf vergeefs

en zo lang al wordt gegist.

 

Dit monument is nu voltooid:

een sarcofaag in het zwatelend groen

van dit Roermondse park;

een ark ter nagedachtenis

en een gebed

in staal en steen

voor allen,

van A tot en met Z

die met de naam van hun vader

in de Gordel van Smaragd

het hoogste offer hebben gebracht.